‘Ik hoor na ruim drie jaar nog steeds uitspraken van je
vader die ik nog niet kende.’ Mijn vriendin kent mijn vader, maar ook weer
niet. Ik kan haar vertellen hoe hij was, wat zijn gewoontes waren en hoe ik op
hem lijk. De rest moet ze zelf invullen.
Morgen is het negen jaar geleden dat ik met mijn moeder en
broer aan mijn zij zag hoe hij met een zucht definitief de strijd tegen kanker
verloor. Negen jaar waarin veel is veranderd. Kon hij maar zien hoe goed het
met me gaat.
Tien jaar geleden was alles nog betrekkelijk gewoon. Mijn
moeder was ziek, maar het was een kwestie van jaren. Uiteindelijk overleed zij
in 2010. En mijn vader? Die liep tegen zijn pensioen na tientallen jaren trouwe
dienst bij het UMCG. Dagelijks door weer en wind fietste hij al voor zevenen
naar zijn werk. Nimmer klagend.
Tot de nazomer van 2005. Een bobbel kreeg gestalte op zijn
rug. Een vetknobbel, aldus de artsen. Hij zwaaide af bij het UMCG, klaar voor
een mooie tijd met zijn vrouw. En die bobbel? Die werd wel even weggehaald.
Ruim een maand later zitten we aan het bed van mijn vader.
Veel sneller dan gedacht is hij weer terug van de operatiekamer. ‘Dit is niet goed’,
klinkt het paniekerig uit de mond van mijn moeder. Mijn vader is nog zwaar
onder invloed van de narcose en kijkt apathisch voor zich uit. Hij knikt wel
als zijn vrouw iets zegt, maar beseffen waarvoor hij knikt, is er niet bij.
Koffie en witbrood
Hij drukt op het belletje en wil koffie, zijn vierde kop
binnen een half uur. Het witbrood is ook niet aan te slepen. ‘Hoe kun je daar
nu zo zitten?’, probeert mijn moeder nogmaals door haar tranen heen. Mijn vader
beseft het allemaal nog niet, maar mijn moeder weet genoeg.
Enkele dagen later bevestigt de arts haar vermoeden. Geen
vetknobbel, maar uitzaaiingen. Behandelen kan niet meer. Wat volgt zijn
paardenmiddelen om het leed te verzachten. In de laatste weken van zijn leven,
is de emotie op zijn gezicht totaal verdwenen. Mijn vader is niet meer de vader
die ik ken. De laatste ademteug is een verlossing. Voor ons. Voor hem.
Morgen sta ik bij het graf van mijn ouders. De narcissen
zullen bloeien en de vogels zullen fluiten. De sterfdatum 3-4-2006 onder de
naam van mijn vader zegt genoeg. Negen jaar na dato zal ik vooral denken aan
alles wat hij in deze periode heeft gemist en gaat missen. Mijn eerste echte baan, mijn
artikelen in de krant, maar bovenal mijn vriendin.
De liefde van mijn leven zal hij nimmer leren kennen. Hij
zal nimmer opa kunnen zijn van onze kinderen. En hij zal nimmer een traantje
wegpinken als ik mijn vriendin het ja-woord geef. Negen jaar later kan ik enkel
denken dat hij dit alles mee had moeten maken. Tijd heelt niet alle wonden.